Verantwoord onderzoek

Ongeveer 35% van alle ziekten zijn hersenziektes. Negen op de tien mensen ouder dan 80 jaar zullen een hersenstoornis ontwikkelen. Om mensen met hersenaandoeningen te helpen werken we aan nieuwe technieken om hersenproblemen vast te stellen en te verhelpen. Dit kan alleen met een goed begrip van hoe de hersenen werken.

Diermodellen zijn belangrijk en onvervangbaar voor wetenschappelijke vooruitgang en om de problemen die gepaard gaan met neurologische en psychiatrische ziekten tegen te gaan. Deze aandoeningen treffen meer dan 1 miljard mensen wereldwijd; maar dierproeven zijn natuurlijk ook belangrijk voor diergeneeskunde. Dierproeven moeten op de juiste manier uitgevoerd worden, volgens strenge richtlijnen, waarbij een maximum aan wetenschappelijke vooruitgang geboekt kan worden met zo min mogelijk dierenleed.

Verantwoord gebruik van proefdieren

We werken volgens het principe van de 3V's, die staan voor 'Vervanging, Vermindering, Verfijning'.

Vervangen

Text

Indien mogelijk werken we altijd met een dierproefvrije, alterntieve methode, zoals in vitro experimenten

Verminderen

Text

We gebruiken altijd het kleinste aantal dieren dat nodig is om statistisch en wetenschappelijk relevante resultaten te bereiken

Verfijnen

Text

We proberen steeds de impact op het dierenwelzijn te minimaliseren

De proefdieren die we inzetten bij NERF zijn muizen en ratten. We volgen alle ethische voorschriften (Europese, Belgische en Vlaamse wetgeving) met speciale aandacht voor het verminderen, verfijnen en vervangen van dierproeven. Zo beperken we dierproeven tot een minimum. Het proefdieronderzoek gebeurt onder toezicht van de ethische commissie aan de KU Leuven.

Alle onderzoekers die met dieren werken, hebben de juiste opleiding gevolgd, inclusief ethische training, en hebben een specifiek certificaat voor het werken met proefdieren. Alle experimenten gebeuren onder toezicht van een gecertificeerde laboratoriumdirecteur, met de hulp van dierenwelzijnscel van imec, aangesloten bij de ethische commissie van KU Leuven.

Waarom kunnen dierproeven niet vervangen worden door alternatieve methoden?

Waar mogelijk gebruiken onderzoekers proefdiervrije methodes voor hun onderzoek. Computermodellen, weefsel- en celculturen en een aantal andere proefdiervrije onderzoeksmethoden worden ook gebruikt in biomedisch onderzoek.

Computermodellen worden gebruikt om de schadelijkheid van een stof in het begin van een experiment te bepalen en weefsel- en celculturen zijn waardevolle toevoegingen geworden aan de reeks onderzoeksinstrumenten en -technieken. Dierproeven blijven echter noodzakelijk.

Blindheid, bijvoorbeeld, kan niet worden bestudeerd in bacteriën, en het is niet mogelijk om de effecten van hoge bloeddruk in weefselculturen te bestuderen. Levende systemen zijn buitengewoon complex. Het zenuwstelsel, de bloed- en hersenchemie, klier- en orgaanafscheidingen en immunologische reacties zijn allemaal met elkaar verbonden, waardoor het onmogelijk is het verloop van ziektes of de effecten van mogelijke behandelingen volledig te verkennen, verklaren en voorspellen, zonder ze te testen in levende dieren.

Ondertussen blijven wetenschappers wel op zoek gaan naar nieuwe manieren om het aantal dieren dat nodig is voor betrouwbare resultaten te verminderen, om experimentele technieken verder te verfijnen en om dieren te vervangen door andere onderzoeksmethoden wanneer dit mogelijk is.